Het kerstverhaal
Natuurlijk, het kerstverhaal voltrekt zich eeuwen geleden, ver van hier. Maria, een jonge vrouw, ongeveer 16 jaar oud, is zwanger. Door haar zwangerschap is ze in een moeilijke situatie terechtgekomen. Een schande voor haar eigen familie en van de familie van haar verloofde, Josef. Haar verloofde, Jozef, is een rechtschapen man. Hij wil Maria niet overleveren aan eerwraak om zo de schande van haar en zijn familie weg te halen. Hij denkt er over in stilte van haar weg te gaan. En zo voor Maria en hemzelf een nieuwe toekomst open te houden. Met deze familiesituatie en met deze sociale omstandigheden begint het verhaal over de geboorte van Jezus. Tegen de gewone gang van zaken in komt God present in het leven van mensen. Dat is werkelijk het verrassende. God gebruikt een bijna onmogelijke situatie om aanwezig te komen te midden van mensen en om deze mensen vanuit die situatie perspectief, toekomst en leven aan te reiken.
Het ongewone van Gods komen te midden van ons mensen zet zich door in het verloop van het verhaal van de geboorte van Jezus. Jozef en Maria moeten, terwijl ze hoog zwanger zijn, op reis. Hun reismogelijkheden waren zeker niet zo comfortabel als onze manieren van reizen. Dit spreekt natuurlijk ook uit het feit dat er voor hen geen onderdak was in een herberg of gastenverblijf. Hun reis is geen droomreis. Eerder een reis die beeld is van opgejaagd zijn door overheersende macht van de Romeinse keizer. Ze zoeken hun heil, hun onderdak in het open veld. In deze omstandigheden, in de verlatenheid van de nacht en het openveld, vind de bevalling plaats. In de ontheemdheid van geen onderdak wordt hun zoon geboren. In de ontheemdheid van Josef en Maria wordt hun kind geboren. Dichter en schrijver Huub Oosterhuis verwoordt het in woorden van vandaag als hij schrijft:
En het geschiedde in die dagen, nachten
van Keizerlijke Heerschappij, toen Rome
heel de bewoonde wereld in zijn macht had,
dat een bevel werd uitgevaardigd door Augustus:
de mensheid moest geteld en opgeschreven
als geld geteld, ten dode opgeschreven.
Ook Jozef met zijn zwangere verloofde
is vanuit Nazaret in Galilea
gegaan naar Juda, Bethlehem, de stad
van David, om zich op te laten schrijven.
En het geschiedde toen ze daar verbleven:
het uur brak aan dat zij bevallen moest.
Zij bracht haar eerstgeboren zoon ter wereld
wikkelde hem in doeken, lei hem neer in
een kribbe-voederbak, omdat voor hen
geen plaats was in de gastenzaal daarboven.
God komt present in deze moeilijke omstandigheden van Jozef en Maria. God komt present in hun leven in de kwetsbaarheid van hun pasgeboren zoon. God reikt hen in de geboorte van hun kind perspectief en toekomst aan. Dit pasgeboren kind wordt voor hen de Messias, de bevrijder. Ze hebben er samen met talloze mensen van toen en van nu naar uitgezien. In het kleine en kwetsbare begint het bevrijdend handelen van God met zijn mensen. Niet in de macht, niet in de hooggeplaatste posities, niet in de situaties waarin alles geregeld is.
In de situatie van het kerstgebeuren wordt zichtbaar hoe God present komt in het onverwachte, het vreemde, het niet vertrouwde. God komt present in het kwetsbare en het kleine. Kennelijk wil God aanwezig zijn in het eenvoudige, in situaties die zorgelijk en moeilijk zijn. God wil present zijn in situaties die voor mensen niet vertrouwd, maar vervreemdend en onthutsend zijn. God komt aanwezig om vanuit de moeilijke en ellendige situatie mensen perspectief aan te rijken. Een toekomst waarin het leven anders is, met vreugde en in vrede.
In onze kerk bouwen mensen een kerststal. Veel mensen komen er met hun kinderen en kleinkinderen naar kijken. De kerststal plaatst het verhaal in het heden. De bouwers van de kerststal maken zichtbaar dat het niet alleen gaat om wat er ooit in het verleden is gebeurd. Ze zoeken het te plaatsen in de werkelijkheid en de samenleving van vandaag. Hun werkzaamheden vertalen het kerstgebeuren naar nu. Ze nodigen door hun werken aan de kerststal mensen uit stil te staan bij de geboorte van dit mensenkind. Ze vragen door hun creatieve inzet aan mensen zich bewust te worden hoe in hun leven God aanwezig is of aanwezig kan komen. Ze maken duidelijk dat God geboren wil worden in het leven van mensen van nu, speciaal in het leven van mensen die het niet gemakkelijk hebben. God wil aanwezig zijn in Vortum-Mullem bij alle mensen die uitzien naar een zinvol leven en een zegenrijke toekomst. Een vreugdevolle boodschap die kracht, inspiratie en perspectief biedt. Jan van Opbergen zegt:
Er is een steen verlegd,
de berg nog niet verschoven.
Een pad is aangelegd,
nog minimaal belopen.
En vrede is er wel,
maar lang niet overal.
En liefde is in tel,
maar nog niet bovenal.
Elk hoog en laaiend vuur
is ooit als vonk begonnen.
Namens mijn collega pastores Bep de Vreede en Jo Wijnen, namens het parochiebestuur en namens het Karmelklooster wens ik ieder een zalig Kerstmis en voor 2011 alle goeds.
Tjeu Timmermans, karmeliet en pastor
Geplaatst door: Marjan Jakobs - Versteegen