Advent, een tijd van wachten
In de herfst krijgen bomen en planten mooie herfstkleuren alvorens alle bladeren te verliezen. Ze wachten een winter lang om weer tot leven te komen. Het ritme van alle leven is opgang en neergang. Zo gaat het steeds door. Dichter Huub Oosterhuis drukt het uit in zijn gedicht “Zevenmaal”.
Zevenmaal opnieuw geboren
Kleingekregen uitgeworpen
Wordt een mens om mens te worden
Zeventig maal zeven bomen
Zullen bloeien waar we wonen
Licht zal op het water stromen.
Het is guur, soms stormt het en worden de bladeren door de straten gejaagd. Het is vroeg donker. Lange avonden voor mensen die alleen zijn. Gezellige avonden waar mensen samen zijn. Als je in het bos loopt zie je hoe het leven wegtrekt en paddenstoelen als parasieten het oude opruimen. De natuur maakt een terugtrekkende beweging. Het leven trekt zich terug inde wortels. Je weet dat daar iets nieuw uit voortkomt. Het is wachten en vertrouwen een winter lang. Hoe blij zijn we als de zon weer sterker wordt en haar warmte alles verandert.
Al eeuwenlang hebben mensen er moeite mee. als het leven zich terug trekt, als het leven donker is, als het leven zonder hoop en zonder utzicht is. Deze donkere tijd kreeg een eigen karakter. Mensen voor ons baden dat het licht weer zou terugkomen in intensiteit en in duur. Ze baden dat het leven weer nieuw zou worden en er weer vol toekomst zou zijn. Deze angst voor het duister, dit verlangen naar het verlossende licht horen blijkbaar ook bij onze natuur. Het is dus zo gek nog niet dat we juist in de maanden november en december advent en kerstmis vieren. Advent, de vier weken voor kerstmis, is een periode van wachten, een periode van uitzien naar nieuw leven. Nieuw leven dat hoop en perspectief geeft. Als dat al zo is in het gewone leven van ons mensen; als dat al zo is in het ritme van de natuur en de levenscyclus van alles wat bestaat, hoeveel te meer zal dat dan gelden voor mensen die leven met een zware depressie. Hoeveel te meer zal het gelden voor mensen die er slecht aan toe zijn, die in moeilijke en onderdrukkende omstandigheden moeten leven. Daarom zingen we terecht.
Dauwt, hemelen, van omhoog,
En, wolken, regent de gerechte.
Troost elkaar, mijn volk,
Dat deze woorden u troosten:
Opdagen zal uw redding.
Dat niet het zwarte u grijpt
Dat niet de smart u verslindt.
Vrees niet, ik zal u redden.
Ik ben het, Israels God,
De Heilige en geen ander.
Ik zal zijn uw Bevrijder.
Tjeu Timmermans, karmeliet en pastor
Geplaatst door: Marjan Jakobs - Versteegen